Mertens: Nederlands absolute trots

Je leest deze weken vaak de naam Bas Dost. Hij zou met Lionel Messi strijden om de Gouden Schoen. Dat doet hij overigens alleen op papier, maar dat kan romantici er niet van weerhouden zo veel mogelijk te benadrukken dat een jongen van 1 meter 96 uit Deventer ergens om strijdt met superster Messi.

Dost scoorde 34 keer in Portugal en eindigde daarmee dit weekend als tweede op de ranglijst van Europese topscorers. Dat heeft de oud-spits van Heracles Almelo en sc Heerenveen mede te danken aan het feit dat doelpunten van topschutters uit een eenvoudige competitie als de Portugese worden verdubbeld en Edinson Cavani er in Frankrijk ongeveer zeshonderd moet maken voor hij Dost en consorten een keer passeert op die ranglijst.

Enfin. Het was dus Dost voor en Dost na de voorbije maanden. Maar meer aandacht zou uit moeten gaan naar de nummer zeven op de ESM topscorerslijst: Dries Mertens. Je leest het goed: Driesje. De blikopener (Apriscatole), zoals ze hem in Italië noemen. Tien jaar geleden speelde Mertens nog bij AGOVV Apeldoorn. Hij was al 22 toen hij de stap naar de Eredivisie maakte. Dit jaar maakt hij belachelijk veel doelpunten in het shirt van Napoli.

Mertens, die door Napoli vier jaar terug voor 9,5 miljoen euro in Nederland werd opgehaald, laat op de Italiaanse topscorerslijst gerenommeerde spitsen als Andrea Belotti (25 goals), Mauro Icardi (ook 25) en Gonzalo Higuaín (24) zijn hielen zien. Vooral die laatste is grappig om te noemen, want Juventus betaalde vorig jaar ruim 90 miljoen euro aan Napoli om Higuaín over te nemen. Sinds Napoli Higuaíns vervanger Arek Milik (ex-Ajax) geblesseerd zag afhaken, dartelt de ongrijpbare kabouter in Napels in het centrum van de aanval en maakt hij de een na de andere spitsengoal.

Mertens is 1 meter 69. Dat is bijna een basisschoolliniaal korter dan Zlatan Ibrahimovic. Die deed er ooit vijf seizoenen over om in Italië de grens van 25 doelpunten per seizoen te overschrijden en nam er een epos van zo’n drie hoofdstukken over op in zijn biografie. Driesje was met zijn 27 doelpunten in zeven van de afgelopen tien seizoenen lachend topscorer van de Serie A geworden; hij heeft slechts de pech dat Edin Dzeko (28 goals) in topvorm steekt.

Mertens had dit seizoen drie keer zo vaak een basisplek als een jaar eerder. Hij is Napoli’s onbetwiste nummer negen en de eerste coach die een spits, goed voor bijna dertig competitiegoals, van z’n plek haalt, moet ik nog tegenkomen. Mertens mag zich op zijn LinkedIn-pagina vanaf dit seizoen Serie A-spits noemen en dat is niet alleen door de cijfers die hij kan overleggen; zaterdag maakte hij tegen Fiorentina weer twee pure spitsengoals.

Exemplarisch voor het succes van zijn nieuwe rol is de aansluitingstreffer die hij in de halve finale van de Coppa Italia maakte tegen Juventus. Mertens mocht invallen, liep het veld in, verhoogde toen hij iemand een matige terugspeelbal zag geven zijn tempo en ontfutselde keeper Neto op precies het juiste moment de bal: doelpunt. De blikopener is effectiever dan ooit en kan nog steeds heel lekker pingelen. Dat voetbalde dus ooit bij het inmiddels failliete AGOVV, op Sportpark Berg & Bos, waar de tribune naar Klaas Jan Huntelaar werd vernoemd. Voor mij is Mertens dit seizoen Nederlands absolute trots op de Europese velden; over Dost hoef ik niets meer te horen.

Column voor: Goal Nederland

Leave a comment